Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Verkoop in het openbaar (art. 519 Rv)

De verkoop van een onroerende zaak vindt in het openbaar op een executieveiling plaats, eerst bij opbod en vervolgens bij afmijning (art. 519 Rv).

  • De verkoop is bij beslagexecutie altijd in het openbaar. Bij een roerende zaak is dit bij beslagexecutie en executie door de pandhouder niet altijd het geval (art. 463 Rv). Bij een onroerende zaak is dit bij executie door een hypotheekhouder evenmin altijd openbare verkoop plaats (art. 548 Rv).
Onroerende zaken in verschillende arrondissementen (art. 520 Rv)

De executant kan onroerende zaken die in verschillende arrondissementen zijn gelegen slechts gezamenlijk voor één prijs verkopen als die zaken gezamenlijk worden geëxploiteerd of als alle belanghebbenden bij de opbrengst een gezamenlijke verkoop overeenkomen (art. 520 lid 1 Rv).

Is dit niet overeengekomen, dan kan de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de zaken grotendeels zijn gelegen op verzoek van de meest gerede partij of van de notaris bepalen dat de zaken gezamenlijk zullen worden verkocht (art. 520 lid 2 Rv).

Er geldt een rechtsmiddelenverbod: tegen beschikkingen krachtens art. 520 lid 2 Rv is geen hogere voorziening toegelaten (art. 520 lid 3 Rv).

Volgorde executie (art. 521 Rv)

Heeft de executant voor de schuld waarvoor hij beslag heeft gelegd tevens hypotheek op andere onroerende zaken of op beperkte rechten daarop, dan mag hij de in beslag genomen zaken slechts verkopen in geval de aan hem verhypothekeerde goederen ontoereikend zijn (art. 521 Rv).

  • Het artikel heeft dus een beperktere strekking dan art. 435 lid 1 Rv waarin staat dat het de executant vrijstaat te gelijker tijd beslag te leggen op alle voor beslag vatbare goederen, waartoe hij bevoegd is zijn vordering te verhalen.
Verkoop van meer onroerende zaken (art. 522 Rv)

Als er meer onroerende zaken in dezelfde inbeslagneming zijn vervat en de opbrengst van het verkochte toereikend is om de executant, de beperkt gerechtigden van wie het recht vervalt, en de andere beslagleggers op deze zaken, met de kosten, te voldoen, zal de notaris met de verkoop van de overige zaken niet verder gaan, tenzij de geëxecuteerde verklaart die verkoop te verlangen (art. 522 Rv).

Mededeling notaris over resultaat verkoop (art. 523 Rv)

De notaris is verplicht, voor zover hem dit mogelijk is, uiterlijk op de dag na de verkoop, van de verkoop schriftelijk kennis te geven aan de geëxecuteerde en aan alle in art. 551 Rv bedoelde beperkt gerechtigden en schuldeisers (art. 523 Rv).

Betaling koopprijs (art. 525 lid 1 Rv)

De koper moet de koopprijs aan de notaris betalen. De notaris betaalt daaruit de kosten van de executie (art. 524 Rv). De koper verkrijgt het recht op de verkochte zaken door inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing (art. 525 lid 1 Rv).

Verklaringen (art. 525 lid 2 Rv)

De bewaarder van de openbare registers weigert inschrijving, indien niet tevens een verklaring van de notaris wordt overgelegd dat de koopprijs in zijn handen is gestort en, zo het om een verkoop bedoeld in art. 477b lid 2 Rv gaat, tevens een schriftelijke verklaring van de derde dat hij de zaak ter beschikking heeft gesteld van de deurwaarder die het beslag onder de derde heeft gelegd (art. 525 lid 2 Rv).

  • HR 12-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3096 (Heembouw/Fortis en Kemp q.q.)
    De koopsom is na de executoriale verkoop niet aan de notaris betaald, maar aan de executant (Heembouw). De notaris heeft desondanks verklaard dat de koopprijs aan hem was betaald, zodat de koper, gelet op art. 525 lid 2 Rv, de eigendom heeft verkregen. Redelijke toepassing van de artt. 551-553 Rv in verbinding met de artt. 482-490a Rv brengt mee dat bij de opstelling van de staat van verdeling er geen rekening mee wordt gehouden dat de koopprijs niet in handen van de notaris is gestort, en dat ook geen rol speelt waar die koopprijs als gevolg van de onregelmatigheden na de executieverkoop mogelijk wèl terecht is gekomen. De omstandigheid dat er geen door de notaris aangewezen bewaarder is die de netto-opbrengst onder zich heeft, staat hieraan niet in de weg, reeds omdat een notaris, naast de staat, ten opzichte van de belanghebbenden voor de schade aansprakelijk is.
Ontruiming (art. 525 lid 3 Rv)

De geëxecuteerde zal op enkel vertoon van het proces-verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze bepaald bij de artt. 556 Rv en 557 Rv (art. 525 lid 3 Rv). Het proces-verbaal van toewijzing levert dus voor de schuldeiser een executoriale titel tot ontruiming op. De executiekoper kan daarmee de feitelijke macht over de onroerende zaak krijgen.

Zuivering (art. 526 lid 1)

Art. 526 lid 1 Rv bepaalt dat art. 3:273 BW (hypotheken gaan teniet en beslagen en beperkte rechten vervallen) van toepassing is..

  • De zuivering werkt van rechtswege, namelijk zodra voldaan is aan de tweeledige eis van 'levering ingevolge executoriale verkoop' en 'voldoening van de koopprijs'.
Beperkte rechten (art. 526 lid 2 Rv)

Op de in art. 3:273 BW aangegeven wijze vervallen ook beperkte rechten die wel tegen de verkoper ingeroepen kunnen worden, indien de zaak vrij van deze rechten is verkocht overeenkomstig art. 517 lid 2 Rv (art. 526 lid 2 Rv).

  • HR 07-04-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5403 (WUH c.s./Staat)
    Een na de executoriale verkoop door de hypotheekhouder, maar voor de levering ter uitvoering daarvan, gelegd beslag kan niet tegen de koper op de executieveiling worden ingeroepen. Het stelsel van de wet doet de rechtsuitoefening door de eerste hypothecaire schuldeiser voorgaan boven die van de andere schuldeisers. Dit stelsel zou niet tot zijn recht komen als het mogelijk zou zijn om in strijd met de toewijzing van het ingevolge de executie door de hypotheekhouder verkochte verhypothekeerde goed en de inschrijving van het daarvan opgemaakte proces-verbaal, uit kracht van een voor de inschrijving gelegd beslag alsnog over te gaan tot executoriale verkoop onder de koper die het goed ingevolge de rechtsuitoefening door de hypotheekhouder had verkregen.

Schiet de koper tekort in de nakoming van de koopovereenkomst, dan mag de executant ten laste van de koper de verkochte zaak met inachtneming van de artikelen 514 Rv en volgende wederom verkopen. De executant is tot deze verkoop gehouden, indien een van de bij de opbrengst direct belanghebbenden dit verlangt (art. 527 Rv).

De koper zal deze nieuwe verkoop kunnen voorkomen door vóór de verkoop alsnog aan de koopovereenkomst te voldoen en de met betrekking tot deze nieuwe verkoop reeds gemaakte kosten te betalen met aanbod van zekerheid voor zover deze nog niet bekend mochten zijn (art. 528 Rv).

De koper die in de nakoming van de koopovereenkomst tekortschiet, is aansprakelijk voor het verschil tussen de prijs waarvoor hij de zaak heeft gekocht en die van de nieuwe verkoop, zonder dat hij nochtans het meerdere dat deze laatste verkoop mocht hebben opgebracht, zal kunnen vorderen; dit meerdere zal aan de schuldeisers, of zo dezen niet meer te vorderen hebben, aan degenen tegen wie het beslag gedaan is, betaald worden (art. 529 Rv).