Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Reële executie

De gedwongen ontruiming is een vorm van reële executie.

  • HR 23-06-1995, NJ 1996, 216 (Afgifte door ontruiming)
    Afgifte van een onroerende zaak geschiedt in de regel of veelal door haar te ontruimen. Een veroordeling tot ontruiming kan worden afgedwongen op de voet van de artt. 555-558 Rv als de gedaagde daaraan niet vrijwillig voldoet.
Bevel tot voldoening (art. 555 Rv)

Voordat een onroerende zaak gedwongen kan worden ontruimd, moet de deurwaarder een exploot uitbrengen, dat een bevel inhoudt om binnen drie dagen aan de executoriale titel te voldoen (art. 555 Rv, eerste volzin). Art. 555 Rv, tweede volzin bepaalt dat art. 502 Rv (vereiste en inhoud van exploot van bevel) en art. 503 Rv (vernieuwing van het bevel binnen een jaar) van overeenkomstige toepassing zijn.

  • Vaak wordt in een procedure machtiging gevorderd om de ontruiming zelf uit te voeren. Deze vordering wordt in de regel afgewezen omdat de bevoegdheid tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming reeds voortvloeit uit de artt. 555 e.v. jo 444 Rv.
Deurwaarder belast met ontruiming (art. 556 Rv)

De deurwaarder is met de ontruiming belast (art. 556 lid 1 Rv). Hij kan zich laten bijstaan door een of twee getuigen (art. 556 lid 2 Rv).

Gesloten deuren bij ontruiming (art. 557 Rv)

Als de deuren gesloten zijn, of de opening geweigerd wordt, gelijk mede indien geweigerd wordt enige kamer te openen, is art. 444 Rv (binnentredingsrecht van de deurwaarder) van overeenkomstige toepassing (art. 557 Rv).

Rechtspraak
  • Rb. Den Haag 06-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7044 (Anoniem exploot)
    Het gaat in deze zaak niet om anonieme gedaagden die verblijven in een gebouwde onroerende zaak, maar om anonieme gebruikers van een volkstuinencomplex. De bevoegdheid tot het uitbrengen van een anoniem exploot kan daarom niet worden gegrond op art. 45 lid 4 RvArt. 54 lid 2 Rv regelt voorts de wijze van betekening in het geval de woonplaats en het werkelijk verblijf niet bekend zijn. Het feit dat naam en woonplaats in de dagvaarding niet zijn vermeld, staat de rechtmatigheid en rechtsgeldigheid van de dagvaarding niet in de weg. NS Vastgoed en Prorail hebben zich inspanning getroost om de identiteit van de gebruikers van de volkstuincomplexen te achterhalen.
  • Rb. Zwolle (ktr.) 13-11-2012, ECLI:NL:RBZLY:2012:BY7741 (Rechterlijke machtiging)
    Uit art. 556 lid 1 Rv volgt dat eiser de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Op grond van de parlementaire geschiedenis van art. 3:297 BW heeft eiser voldoende aan een ontruimingsvonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien gedaagde niet vrijwillig tot ontruiming overgaat.
Opschorting ontruiming (art. 557a lid 1 Rv)

De rechter kan bepalen dat een vonnis, waarbij aan anderen dan aan (ex-)gebruikers met een persoonlijk of zakelijk recht de ontruiming wordt bevolen binnen een bepaalde termijn niet ten uitvoer kan worden gelegd tenzij dit onverenigbaar zou zijn met het belang van degene die om ontruiming heeft verzocht; de laatste heeft  bij opschorting van de ontruiming wel recht op schadevergoeding (art. 557a lid 1 Rv).

Inlichingen van burgemeester en wethouders (art. 557a lid 2 Rv)

De rechter bepaalt dat het bevel tot ontruiming niet ten uitvoer kan worden gelegd, totdat hij omtrent het al dan niet bepalen van een termijn als in art. 557a lid 1 Rv bedoeld heeft beslist, na terzake inlichtingen te hebben ingewonnen bij burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de onroerende zaak zich bevindt; dit is alleen anders als dit onverenigbaar zou zijn met het belang van degene die om ontruiming heeft verzocht. De rechter beveelt dan burgemeester en wethouders binnen een door hem te bepalen termijn een schriftelijk bericht ter griffie in te leveren of op een door hem te bepalen terechtzitting mondeling verslag te doen of door een door hen aangewezen ambtenaar te laten doen (art. 557a lid 2 Rv).

Tenuitvoerlegging tegen een ieder (art. 557a lid 3 Rv)

De rechter kan, als dit gevorderd wordt, bepalen dat een vonnis, waarbij aan anderen dan aan (ex-)gebruikers met een persoonlijk of zakelijk recht de ontruiming wordt bevolen, tot een jaar na de dag waarop het vonnis wordt uitgesproken dan wel bekrachtigd, of, als de rechter een termijn ex art. 557a lid 1 Rv bepaalt, tot een jaar na de dag waarop die datum verstrijkt, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet (vgl. art. 557a lid 3 Rv).

Art. 558 Rv bepaalt dat de ontruimingsbepalingen mede van toepassing zijn als een gehele of gedeeltelijke al of niet tijdelijke ontruiming nodig is, omdat:

  1. de executant overeenkomstig art. 3:299 BW is gemachtigd ten aanzien van een onroerende zaak zelf datgene te verrichten waartoe nakoming van een jegens hem bestaande verplichting zou hebben geleid; of
  2. de executant krachtens de door hem verkregen uitspraak gerechtigd is werkzaamheden op of aan een onroerende zaak te verrichten en degene tegen wie de tenuitvoerlegging zich richt, gehouden is dit te gedogen.