Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Degene die inzage vordert moet een rechtmatig belang voor inzage of afgifte hebben.

Memorie van toelichting

Volgens de Memorie van Toelichting komt het er in beginsel op aan of een partij een onredelijk voordeel geniet dan wel of haar wederpartij een onredelijk nadeel lijdt doordat een bepaald (bewijs)stuk in de procedure niet als bewijsmiddel ter beschikking komt.

Rechtspraak

Degene die inzage vordert moet in de vordering tot inzage vermelden om welke bescheiden het gaat. Een 'fishing expedition' moet worden voorkomen.

Ruime opvatting 'bescheiden'

Het begrip 'bescheiden' wordt ruim opgevat: Bescheiden zijn niet alleen brieven, faxen, aktes en andere documenten. Als deze documenten op een gegevensdrager, bijvoorbeeld een usb-stick, opgeslagen zijn, vormen zij ook bescheiden in de zin van art. 843a Rv. Hetzelfde geldt voor e-mailberichten. Of WhatsApp- of sms-berichten bescheiden zijn, staat ter discussie.

Bescheiden staan ter beschikking

De bescheiden moeten ter beschikking staan of onder berusting zijn van degene tegen wie afgifte of inzage wordt gevorderd.

Degene die inzage vordert is partij bij een rechtsbetrekking waarop de bescheiden betrekking hebben.

  • HR 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1834 (Tristan van der V.)
    Blijkens de tekst van art. 843a lid 1 Rv dient een vordering betrekking te hebben op bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij degene die de bescheiden vordert (rechtstreeks of door rechtsopvolging) partij is. Ook een verbintenis uit de wet wordt aangemerkt als een rechtsbetrekking in de zin van deze bepaling. Noch uit de tekst van art. 843a lid 1 Rv, noch uit zijn totstandkomingsgeschiedenis vloeit voort dat art. 843a lid 1 Rv tevens eist dat degene tegen wie de vordering is gericht, partij is bij de in deze bepaling bedoelde rechtsbetrekking. Een vordering op de voet van art. 843a lid 1 Rv kan dus worden ingesteld tegen wederpartijen bij de in deze bepaling bedoelde rechtsbetrekking, en tegen derden die bij die rechtsbetrekking geen partij zijn.

De rechter bepaalt de wijze bepaalt waarop inzage, afschrift of uittreksel wordt verschaft.

  • HR 13-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958 (Molenbeek/Vergeer)
    De vereiste vertrouwelijkheid van digitale bestanden kan op diverse wijzen worden gewaarborgd, bijvoorbeeld door invoering van een certificeringsstelsel, en het is niet aan de rechter om zulke keuzes in algemene zin te maken. De voorzieningenrechter dient een beslissing te nemen met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

Professionele geheimhouders zijn niet verplicht om mee te werken aan een vordering tot inzage van bescheiden die zij uitsluitend uit hoofde van hun functie onder zich hebben of waarover zij de beschikking hebben  (art. 843a lid 3 Rv).

Rechtspraak
Gewichtige redenen

Degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, is niet gehouden aan de vordering tot afgifte te voldoen, als daarvoor gewichtige redenen zijn en ook als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Dit betreft de eis van subsidiariteit ex art. 843a lid 4 Rv.

Andere middelen

De vraag is dan of degene die inzage in gegevens wil krijgen, ook op andere wijze dan een procedure ex art. 843a Rv aan die gegevens kan komen. Te denken valt aan de volgende middelen:

  • Openbare bronnen, zoals de kamer van koophandel en het kadaster.
  • Een voorlopig getuigenverhoor. De rechtspraak oordeelt hier verschillend over.
  • Een deskundigenbericht. In beginsel vormt dit geen alternatief.
Rechtspraak
Inzage bij intellectueel eigendom

Bij een vordering tot inzage op grond van art. 1019a Rv is art. 843a lid 4 Rv niet van toepassing (art. 1019a lid 3 Rv).