Conservatoir beslag
Een conservatoir beslag is een beslag dat wordt gelegd zonder dat de beslaglegger over een executoriale titel beschikt. Het is een bewarende maatregel die slechts genomen kan worden na verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank. Voorwaarde voor verlof is dat, als er nog geen procedure is gestart, dit binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn gebeurt. Deze termijn bedraagt meestal veertien dagen.
Wetgeving
Wetgeving conservatoir beslag (artt 725-727 Rv)
Het conservatoir beslag op een onroerende zaak is geregeld in de artt. 725-727 Rv:
- 725 Rv (Conservatoir beslag op een onroerende zaak)
- 726 lid 1 Rv (Conservatoir → executoriaal beslag op een onroerende zaak)
- 726 lid 2 Rv (Termijn overbetekening beslag aan hypotheekhouders)
- 727 Rv (Doorhaling inschrijving beslag)
Wetgeving executoriaal beslag (art. 726 lid 1 Rv)
Volgens de schakelbepaling van art. 726 lid 1 Rv zijn de volgende executoriale bepalingen van toepassing op een conservatoir beslag op een onroerende zaak:
- 504a lid 1 Rv (Bepaalbaarheid vordering)
- 505 lid 1 Rv (Inschrijving beslag) (Overbetekening beslag aan beslagene)
- 505 lid 2 Rv (Blokkerende werking)
- 505 lid 3 Rv (Blokkerende werking)
- 506 Rv (Bewaring)
- 507a Rv (Zaaksvervanging)
- 513a Rv (Doorhaling inschrijving beslag)
Overbetekening aan hypotheekhouders (art. 726 lid 2 Rv)
Bij het conservatoire beslag begint de termijn van art. 508 (overbetekening beslag aan hypotheekhouders) te lopen vanaf betekening van de executoriale titel (art. 726 lid 2 Rv).
- Het conservatoir beslag op een teboekgesteld schip kent ook een dergelijke bepaling (vgl. art. 728 lid 2 Rv).